Albert aanvaardde een betrekking bij de Gemeente Schiedam en werd aangesteld als afdelingschef tot aan zijn pensionering. Lien volgde een opleiding als pedicure, met een erkend diploma, en had een drukke praktijk aan huis.
Zoals eerder vermeld kon Vaan, in tegenstelling tot Albert, nogal stug zijn, maar hij was goudeerlijk, en heeft de klanten nooit met afrekenen afgezet, ook al waren ze stomdronken. Dit was onder de cafébezoekers in Schiedam algemeen bekend, en dat werd hooglijk gewaardeerd.
Het was voor een caféhouder in wezen ondoenlijk om de hele dag tot sluitingstijd achter de tap te staan en de gasten aan de tafels te bedienen, vandaar dat veel kasteleins onder hun vaste klanten wel hulpjes gevonden hadden die van een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering moesten rondkomen en graag voor een schnabbel in wisselende diensten als barman of barjuffrouw wilden meehelpen. Daar kwam bij, dat ze vaak gratis een drankje met de gasten meedronken en bij het afrekenen in de regel een fooitje ontvingen.
Overigens waren er in het stadscentrum enkele cafés die wél een kelner of barvrouw in vaste dienst hadden. Vaan daarentegen heeft nooit personeel gehad en was tegen 12:00 uur altijd zelf in de zaak. Hij werd dan, zoals eerder aangegeven, doordeweeks door Jo of moeke tegen etenstijd afgelost tot 22:00 uur. In de weekends werden hij en Jo tot sluitingstijd tevens bijgestaan door tante Lena. Mede door deze altijd vertrouwde familiebezetting, ontstond er tussen veel vaste klanten een persoonlijke band en was het dus eigenlijk ook niet zo verwonderlijk dat, na de sluiting van ’t Fust, verscheidene stamgasten waren die Vaan en Jo opzochten met de mededeling dat ze zich niet meer thuis voelden in een ander café. Dit was ook het geval bij Cor en Riet, die een groentenzaak hadden en alleen op zondag van een vrije dag konden genieten. Zo was de zondagavond voor hen een vast uitje om naar ’t Fust te gaan. De teleurstelling was dan ook groot dat het café gesloten was. Na verschillende cafés te hebben bezocht, konden ook zij hun draai maar nergens vinden, en trokken ze de stoute schoenen aan om naar het woonhuis van Vaan en Jo te gaan om te vragen of ze af en toe op zondagavond langs mochten komen om gezellig een bakkie te doen. Vanzelfsprekend werd dit niet geweigerd.
Vishandelaar Tuyp, eigenaar van de veelgeprezen Volendammer Vishandel aan het Rubensplein in Schiedam, keek vooral met voldoening terug naar de onvergetelijke haringtijden van vroeger in ’t Fust. Hij stond bekend om zijn prima kwaliteit groene haring, en daar Vaan niet alleen verzot was op haring, maar ook een fijnproever was, bestelde hij, met de dan aanwezige liefhebbers in het café, elke avond rond 22:30 uur schoongemaakte haringen, die na de bezorging vervolgens smakelijk naar binnen werden gewerkt. Gemiddeld waren dat zo’n 15 à 20 harinkjes op een avond. Tuyp kreeg dan van Vaan, maar doorgaans ook van de meeste andere tevreden klanten, gewoonlijk nog een drankje aangeboden voordat hij wegging, zodat voor hem de dag ’s avonds in de haringtijd aangenaam werd afgesloten. Na de sluiting van het café ging Vaan, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, nu zelf elke dag haring bij hem halen, waarbij hij dan altijd een paar harinkjes extra meekreeg. De vishandelaar stak nooit onder stoelen of banken, dat hij nog altijd “aan die gezellige tijd” terugdacht.
De cafébezoekers van vroeger zullen de knusse sfeer van toen in ’t Fust, met flipperkast en fruitautomaat, zeker herkennen en waarschijnlijk met enige weemoed terugdenken aan deze vervlogen jaren, waar de gezelligheid nog troef was, met van tijd tot tijd een dansje op de muziek uit de jukebox. Gerard Cox scoorde in 1974 een hit met “Die goeie ouwe tijd”, waarin meerdere keren wordt gezegd “drink nog een glas op alles wat ooit was, de goeie ouwe tijd, mooie tijd.”
Vaan deed daar niet moeilijk over, en heeft gewoon aan dit verzoek voldaan.
Na de sluiting van het café dronk hij geen vieux Marie Antoinette meer, maar nam hij bij gelegenheid alleen nog een “rood portje”.
Proost!
Vaan tijdens zijn verblijf in zorgcentrum Frankeland te Schiedam.