Hoofdstuk 2: Grote veranderingen

In deze periode waren er nog geen illegale zeezenders als Radio Veronica met dagelijks nonstop muziek, zodat men uitsluitend was aangewezen op de zenders Hilversum 1 en 2, waar hoofdzakelijk actualiteiten, praatprogramma’s en klassieke muziek te beluisteren waren. Een uitzondering hierop was het programma Moeders wil is wet, van Mia Smelt, dat 3 maal per week in de ochtenden werd uitgezonden en waar, naast de vaste huishoudelijke rubrieken, ook aangevraagde platen gedraaid werden. Jukeboxen kwamen pas in de late jaren ’50 en de vroege jaren ’60, vandaar dat er toen in de cafés nog geen muziek te horen was en de klanten zich, onder het genot van een sigaretje, sigaar of pijp, vooral vermaakten met dobbelen, een potje kaarten en, indien mogelijk, een partijtje biljarten. Doch Vaan ging hierin verandering brengen. Hij diende bij de gemeente een aanvraag in voor een muziekvergunning, om vervolgens een platenwisselaar aan te schaffen waarop 10 78-toeren platen (uiteraard aan beide kanten bespeelbaar met een A- en een B-kant) automatisch afgespeeld werden. Voor die tijd een unieke gebeurtenis in de Schiedamse cafés.
Er werd een start gemaakt met zo’n 20 platen, geleverd door de firma van Daalen aan de Rotterdamsedijk, die gaandeweg aangevuld werden met nieuwe populaire nummers van bijvoorbeeld het accordeontrio The Three Jacksons, Tante Leen, de Straatzangers (een populair zangduo in de jaren vijftig bestaande uit Max van Praag en Willy Alberti met heerlijke oude levens- en zeemansliederen zoals: “Aan het strand stil en verlaten”, “Als de klok van Arnemuiden”, “Daar bij die molen” enz.), maar ook met artiesten als Fats Domino, Guy Mitchell, Mitch Miller, Dean Martin en muziekgroepen als bijvoorbeeld The Platters. Er werd gedanst en meegezongen. Kortom: er heerste in het weekend een gezellige sfeer in deze zaak. Zo was de in 1955 uitgebrachte debuutplaat “Bij ons in de Jordaan” van Johnny Jordaan nog nauwelijks op de radio te horen geweest, maar hij was bij Vaan daarentegen al helemaal grijs gedraaid.
Tussen twee haakjes: Vaan werd door de klanten altijd Faam en ook wel Faampie genoemd, terwijl Piet Boon (broer van Henk) daartegenover moeke bestempelde als “moeder Faam”.
   
Er werd een klaverjasclub opgericht genaamd “Vaan’s Vrienden”, waarbij werd besloten dat op elke vrijdagavond onder de betalende leden een competitie werd gehouden met één keer per jaar een feestavond. De belangstelling hiervoor was zo groot, dat er een wachtlijst moest worden ingevoerd. Bas Uittenbogaard, een niet meer zo jonge klaverjasser uit Rotterdam, die altijd op zaterdagmiddag voor de gezelligheid dit café bezocht, werd de voorzitter. Hij was slecht ter been en op het laatst niet meer in staat om te komen, zodat het stokje werd overgedragen aan Lucas de Wit (broer van Jan en Cees) uit het Nieuwsticht in Schiedam. Naast de kaartclub “Vaan’s Vrienden” werd ook de voetbalclub “Vaan’s Boys” opgericht, zodat er van tijd tot tijd tussen sommige cafés onderling een partijtje voetbal gespeeld werd. Dit gebeurde dan op één van de sportvelden in het oude Kethel. Vaste spelers van het elftal waren onder andere Albert (Appie) Grims, Wim Zeeman (broer van Henk), Ton Collé, Hans Voets (later eigenaar van Hotel Rijnmond op het Nieuwlandplein), Dick van der Gaag en Gerard (Gé) Ouwens (beiden uit de Gorzen).
De Buitenhavenweg was een drukke weg, aangezien er nogal wat bedrijven gevestigd waren. Ongeveer 20 meter verderop van het café bevond zich op nr. 160 de paardenslagerij van Piet van der Vlies, een begrip in Schiedam, die wekelijks in verschillende dag- en weekbladen adverteerde met extra voordelige prijzen, waardoor men van heinde en verre kwam om voordelig een goed stuk vlees, zelfgemaakte paardenworst en broodbeleg te kopen. Piet had ook een oudere knecht in dienst, die Koen heette.
  
Op weg naar de slager kwam men dan automatisch langs het café, en daar Vaan zich ook ging interesseren voor de verkoop van gedistilleerde dranken, besloot hij om van de overgebleven ruimte achter de winkelruit een etalage te maken waarin verschillende soorten drank werden uitgestald, zodat de voorbijgangers konden zien dat hier ook een slijterij gevestigd was. Vervolgens werden er veel advertenties geplaatst in verschillende bladen met vooral het eigen merk gedistilleerd.
   
Ook verscheidene distillateurs maakten reclame voor hun merk, met vermelding van de verkooppunten waarbij ook de naam Timmermans, inmiddels een begrip in Schiedam, niet vergeten werd. Dit bleef ook niet onopgemerkt bij distillateur Legner uit Schiedam, met alle desastreuze gevolgen van dien voor de drankensector. Hiervan later een indrukwekkende beschrijving.